Natuur

OVER CORONA, GEZONDHEID EN VLEERMUIZEN

Het einde van 2019 en het voorjaar van 2020 zullen later in de geschiedenisboeken uiteraard vermeld worden als de tijd van het uitbreken, na een krampachtige Chinese “doofpotpoging” begin december ’19, van het nieuwe Wuhan-coronavirus in China : gevolgd door een wereldwijde verspreiding. Een virus met de voorlopige WHO-naam 2019 novel coronavirus ofte 2019-nCoV, van de familie coronaviridae. Later zou de ziekte de naam COVID-19 krijgen, Corona Virus Disease 2019. Het 2019-nCoV is verwant aan coronavirussen die gevonden werden bij hoefijzerneuzen in de Chinese provincie Yunnan. Er lijkt wel een tussengastheer een rol te spelen, die 2019-nCoV over zou brengen van de vleermuizen naar de mensen. Dat gebeurde destijds namelijk ook bij de overdracht van het SARS-coronavirus : het ging toen om de Witsnorpalmroller, een roofdier (civetkat) dat in China gezocht is voor zijn vlees. Er wordt nu gedacht aan schubdieren : de illegale handel daarin is in China wijdverspreid en de genetische sequentie van een virus dat in hun lichaam circuleert komt voor 99% overeen met die van het coronavirus. In 2002 waren de eerste SARS-infecties gerelateerd aan wildedierenmarkten, ook de uitbraak van 2019-nCoV zou daar kunnen begonnen zijn. Zeker is dat nog niet. Een Chinese studie dacht aan een ‘superverspreider’ uit Yunnan die in Wuhan zou rondgelopen hebben. Ook het Instuut voor Virologie van Wuhan, waar men met vleermuisvirussen werkt, wordt verdacht. Amerikaanse inspecteurs waarschuwden al in 2018 voor wantoestanden ter plaatse. Er zouden daar biologische wapens worden ontwikkeld en men experimenteert er met het muteren van vleermuiscoronavirussen opdat die menselijke cellen zouden kunnen binnendringen (NRC 23/5, blz.10 : Het laboratorium waar Corona begon). De eerste patiënten die te Wuhan in een ziekenhuis werden opgenomen waren nooit op een versmarkt geweest… Daarna hebben mensen elkaar in elk geval onderling besmet met alle tragische gevolgen vandien…

Hebben onze vleermuizen daar iets mee te maken ? Neen. In de Lage Landen wordt er de laatste jaren nogal wat op vleermuizen gelet vanuit de virologische hoek. Vleermuizen lijken reservoirs te zijn van honderden coronavirussen, ook de ‘onze’, maar er is bij deze nog geen enkel voor de mens gevaarlijk coronavirus gevonden. De hoefijzerneuzensoort uit Yunnan die de hierboven vernoemde coronavirussen vertoonde (Rhinolophus affinis, in het Engels : Intermediate Horseshoe Bat) komt niet in Europa voor. Onze inheemse vleermuissoorten zijn in het algemeen ongevaarlijk voor onze gezondheid. Het enige bestaande infectierisico komt van de mogelijke (!) aanwezigheid bij de Laatvlieger en de Meervleermuis van een virus dat hondsdolheid veroorzaakt. Zo’n infectie kan je alleen oplopen door een beet van een besmet dier. Met vleermuizen die je op de grond vindt is het daarom zaak om voorzichtig te zijn en deze dieren niet aan te raken met je blote handen.

Ondertussen twijfelt geen weldenkend mens aan de essentiële ecologische rol die vleermuizen spelen in de natuur en aan de noodzaak die rol te vrijwaren.

Eerder zou eens moeten worden nagedacht over de groeiende overbevolking die mensen elders op aarde ertoe beweegt zonder enige kennis de daar resterende natuur binnen te dringen, habitats van wilde dieren aan te tasten en massaal bushmeat te gaan consumeren (bvb Kongo-bekken : jaarlijks één miljoen ton ). Dat stelt hen bloot aan allerlei ziekteverwekkers.

Hoe meer die natuur verstoord wordt, hoe groter de kans dat een virus naar de mens overspringt. En door de globalisering, het vele en snelle reizen van andere mensen krijgen die virussen de mogelijkheid om zich even snel van de ene op de andere populatie over de hele wereld te verspreiden…

Kort gesteld : waarom heeft dit virus tot een pandemie kunnen leiden ?

  1. Teveel mensen
  2. Teveel reizen
  3. Teveel omgang met wilde dieren

 

P.S. Er is bij wetenschappers uiteraard veel debat over de vraag waarom vleermuizen zoveel virussen (soms 130 virussoorten bij 1 vleermuissoort) bij zich dragen. De leeftijd heeft er allicht mee te maken. Vleermuizen worden, voor zo’n kleine beestjes, heel oud : tot gemiddeld 40 jaar. Ze hebben dus veel tijd om virussen op te lopen. Vleermuizen leven ook in grote groepen en zijn zo een stabiele en gastvrije gastheer. Bovendien heeft de evolutie voor de vleermuizen een bijzondere keuze gemaakt. Het vliegen kost zoveel energie aan vleermuizen dat het gunstiger leek om het afweersysteem op een aangepast laag pitje te zetten. Ze tolereren virussen. Die zitten in hun lijf, hun organisme bestrijdt de virussen niet maar ze worden er ook niet ziek van : sommige virussen leven al miljoenen jaren in een vleermuissoort.

 

 

HANS VAN DYCK IN DE STANDAARD : WIJ ZIJN ALLEMAAL VLEERMUIZEN

TV-vedette Van Dyck is prof gedragsecologie aan de UCLouvain. In De Standaard van 2 mei bevestigt hij het bovenstaande met beschouwingen over corona en ook over het invasieve exotenprobleem :

Met de combinatie van veranderend landgebruik en globalisering loodsen we ziektekiemen voorbij geografische en ecologische grenzen. Het verandert de biologische spelregels voor onszelf en andere soorten. Binnen natuurlijke arealen helpen ziektekiemen om populaties in toom te houden. W.at schadelijk is voor een individu is dat niet noodzakelijk voor de populatie of de hele soort. Dat wordt anders wanneer ziekteverwekkers door menselijke bedrijvigheid buiten hun gebruikelijke ecologische en evolutionaire krijtlijnen worden gebracht.

De saga van invasieve lastposten beperkt zich in een wereld op mensenmaat niet tot virussen en schimmels. Ook insecten, planten, vogels kunnen zich een eind buiten hun natuurlijke leefgebied ontpoppen als inpalmers. De andere soorten betalen het gelag. Het profiel van een soort staat niet op zich, het wordt bepaald door de complexe wisselwerkingen met andere soorten. Ecologische en evolutionaire netwerken van lokale of regionale actie en reactie. De mens verandert die spelregels op grote schaal…

(Van Dyck had het bij zijn voorbeschouwingen over onze vuursalamander : sinds enkele jaren is de sterftegraad uitermate hoog, de boosdoener is een infectie door een schimmel uit Azië. Daar leven salamanders met weerstand tegen die schimmel. Besmette Aziatische salamanders kwamen via dierenhandelaars in Europa. Het begin van een wereldtournee voor de pathogene schimmel en een bron van kopzorgen voor de al bedreigde salamanders.)

 

 

SCHUBDIEREN EN CORONA

Als er naast de vleermuizen nog dieren in het wereldnieuws geraakten door de coronacrisis in het voorjaar van 2020, dan zijn dat wel de Javaanse schubdieren (Manis javanica, Eng. Malaysian pangolin) . Zoals de 7 andere schubdiersoorten : mierenetende zoogdieren met een grappige waggelende gang die het grootste deel van de dag in dikke oude oerwoudbomen slapen en hun jong op hun staart ronddragen.Op 26 maart 2020 publiceerden onderzoekers uit China en Australië in Nature bevindingen waaruit bleek dat er in schubdieren coronavirussen gevonden werden die sterke overeenkomsten vertonen met het virus dat een SARS-CoV-2-pandemie veroorzaakte. Tot dan waren alleen vleermuizen als dragers van dit soort virussen bekend. Maar in de bossen waar schubdieren voorkomen leven vaak ook grote populaties vleermuizen. Die scheiden het coronavirus uit in hun uitwerpselen. Ook mieren komen daarmee in aanraking en mieren vormen het favoriete voedsel van schubdieren. Wanneer schubdieren illegaal gevangen geraken met honden, klemmen enz. ondergaan ze een verschrikkelijke behandeling. Ze liggen dan dagenlang opeengestapeld en ze worden volgepompt met maïspap, ze liggen in elkaars diarree en hun immuunsysteem stort in, het worden echte infectiehaarden. Daarnaast zijn er in China ook vele schubdierfokkerijen, gecamoufleerd als Wildlife Resue Centre. Die vormen evengoed een serieus risico voor het overspringen van zoönotische virussen op mensen. Zowat alles draait rond de Chinese/Aziatische honger naar schubdierschubben. De gemalen schubben helpen zgz tegen artritis, kanker en impotentie, maar ook tegen huidaandoeningen en om de moedermelkproductie te bevorderen… Omdat de populaties in China (niet in Taiwan) en Indonesië drastisch afnemen, zijn er Chinese opkopers in de weer tot in Afrika : vooral in Nigeria, Congo en Kameroen. In Nigeria is schubdiervlees een delicatesse voor de upper class en grondig corrupte ambtenaren werken er de handel in de hand. Vorig jaar werden er in heel Afrika 97 ton schubdierschubben onderschept, bedoeld voor afnemers in China, Laos en Vietnam. Op basis van 1800 dieren per ton komt dat neer op 175.000 schubdieren. En dat is maar 10 à 15 % van de totale wereldwijde illegale schubdierenhandel ! Nog begin april 2020 onderschepten Maleisische douaniers een illegale lading van 6 ton jutezakken vol schubben. De handel in schubdieren heeft de afgelopen decennia enorme vormen aangenomen, de pandemie heeft duidelijk niet veel impact op de georganiseerde criminele netwerken. Schubdieren zijn de meest gesmokkelde dieren wereldwijd geworden…

Lit. Lm, T.T. cs. Identifying SARS-CoV-2 related coronaviruses in Malaysian pangolins. Nature, 26 March 2020 : https://doi.org/10.1038/s41586-020-2169-0.

 

BUSHMEAT = VIRUSBOM

Wereldwijd neemt het aantal liefhebbers van vlees van wilde dieren toe. Dat geeft een gevaarlijke en illegale handel, die geschat wordt op (tientallen) miljarden dollar per jaar. In sommige landen eten niet alleen plattelanders dat ‘bushmeat’, ook stadsbewoners beschouwen het als een statussymbool. In Vietnam durven restaurants 300 dollar vragen voor een kilo schubdiervlees. En op Brussels Airport arriveert elk jaar 44 ton vlees van vooral Congolese wilde dieren.  Die handel betekent een verlies aan biodiversiteit maar het is bovendien een verspreider van zoönosen (= ziekten die van gewervelde dieren worden overgedragen op mensen). De jagers dringen er diep in de bossen voor door, ze worden er blootgesteld aan ziekteverwekkers. En hun prooien worden internationaal verhandeld in totaal onhygiënische omstandigheden : een enorm potentieel om virussen over te dragen …

WWF Magazine, juni-augustus 2020

 

 

 

 N A T U U R

Voor interessante websites : zie rubriek Internet.

 

 

BOMEN : BOOMACTIVISME

BESCHERM BOMEN EN NATUUR VZW, BRUGGE

Ondanks alle klimaatwaarschuwingen blijft men overal in Vlaanderen bomen kappen. Voor politiekers en ambtenaren is het vaak een gemakkelijkheidsoplossing. De voormalige verkeersminister Ben Weyts (N-VA) liet zich terzake langs zijn meest sinistere kant kennen, maar zelfs Groen !-politiekers maakten er zich al aan vuil. Naarmate de mensen wantrouwiger worden t.o.v. dit soort politici groeit er gelukkig ook meer verzet. In Brugge werd de vzw Bescherm Bomen en Natuur opgericht om te strijden voor het behoud van bomen in Vlaanderen. Die slaagde er op korte tijd in om alvast 20.000 bomen te redden : o.m. door beroep aan te tekenen tegen te vlot gegeven kapvergunningen, bvb bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het standpunt : geen boom mag verdwijnen zonder volstrekt geldige reden. Zeker in West-Vlaanderen is er grote nood aan zo’n actie, het gaat om de bosarmste regio in Europa…

 

EXOTEN : DE MEEST SCHADELIJKE

“STERIELE” BESTRIJDING AMERIKAANSE STIERKIKKER

De Amerikaanse stierkikkers, in de jaren 1970-80 roekeloos hier ingevoerd door  kleinburgerlijke tuinvijverlieden, zijn weer zo’n exoten zonder natuurlijke vijanden. Ze richten een ravage aan onder de inheemse kikkers en salamanders.  In een LIFE-project werken Hogeschool PXL (Limburg), het INBO en Natuur & Bos nu samen aan een duurzame bestrijding via diverse technieken : o.m. via steriele triploïde (3n = 3 stellen chromosomen in de celkern i.p.v. 2, geeft dus steriliteit) kikkers, een techniek die al wordt toegepast op insecten, maar nog niet op amfibieën.  Het project (oktober 2019-maart 2025) kost m.d. 1,5 miljoen euro.

www.stierkikker.be

 

KLEUREN

NATUURLIJK BLAUW

Blauw ligt in de periferie van het zichtbare kleurenspectrum. In de natuur (mineralen, planten) komt de kleur niet zo supervaak voor. Toch moesten ververs het tot in de 19de eeuw doen met wat ze in die natuur aantroffen. Voor hun blauw gebruikten ze bvb het mineraal lazuriet met het pigment ultramarijn (“van overzee”). Dat moest je gaan halen in wat nu Afghanistan heet en dit maakte het duurder dan goud. Het werd gewaardeerd voor zijn briljante kleur en lichtvastheid, maar wel spaarzaam gebruikt : alleen voor “belangrijk blauw”, zoals de kleding van Maria en Jezus. Als “onderschildering” werd gewoonlijk azuriet gebruikt, een tienmaal goedkoper mineraal dat uit verweerd koper komt. Verder was er indigo, gewonnen uit o.m. de tropîsche vlinderbloemige struikplant Indigoflora tinctoria. Of voordien de kleurstof pastel of wedeblauw, gehaald uit de bladeren van de Europese kruisbloemige wedeplant (Satis tinctoria). By the way : het was met de wede dat de Britse Picten (= de geverfden) zich blauwschilderden wanneer ze rond 85 n.C. ten strijde moesten trekken tegen de Romeinen. Daarnaast was er nog het “foliumblauw”, dat tijdens de late middeleeuwen gebruikt werd om manuscripten te verluchten. Die kleur kwam van de bessen van de giradol (Chrozophora tinctoria), een plant uit o.m. het Middellandse Zeegebied. Een lap stof werd gedrenkt in een concentraat van bessen, water en alcohol en zo verhandeld. Wanneer een illustrator aan de slag wou scheurde die een stukje van de lap en doopte hij dat in water. In de schilderkunst en de keramiek had je ook smalt : een diepblauw pigment bestaande uit kobalthoudende silicaten, afkomstig uit het mineraal skutterudiet of smaltiet. En het mineraal tenoriet ofte koper(II)-oxide zorgde voor o.m. het blauwe (gebrandschilderde) kathedralenglas …

Lit. P. Nabais cs. A 1000-year-old mystery solved : Unlocking the molecular structure for the medieval blue from Chrozohpora tinctoria, also known as folium. Science Advance, 17 April 2020 : Vol.6 n° 1. DOI : 10.1126/sciadv.aaz7772.

 

EGELS 

EGELZIEKTE 2020

Er waart sedert einde april een onbekende, besmettelijke ziekte rond onder onze egels. Besmette dieren vertonen wonden en abscessen aan kop en poten. De ziekte verspreidt zich snel en dat hangt samen met het paarseizoen van mei en juni, waarin dieren elkaar opzoeken. Door de voorjaarsdroogte komen egels ook samen op de schaarse plekken waar ze eten kunnen vinden. Van de dieren die worden binnengebracht bij opvangcentra bij ons en in Nederland geneest maar 30 à 40%. Men hoopt quarantainelocaties te kunnen inrichten voor egels met beginnende ziekteverschijnselen. Deze ellende voegt zich bij de m.d. honderdduizend egels die jaarlijks door auto’s worden overreden…

 

HERFST

EIKELS VALLEN EERDER

Vergelijking met duizenden geregistreerde vruchtrijpingen leert dat de herfst tegenwoordig drie weken eerder begint dan 50 jaar geleden. Door warmte, droogte en verhoogde verdamping krijgen bladeren eerder hun herfstkleuren  en worden de vruchten van sommige bomen (eikels !) eerder rijp. Door de stijgende temperatuur bloeien bomen en planten vroeger, waardoor ook de vruchtvorming vroeger start.  Door de toenemende verdamping laten zij hun bladeren eveneens eerder vallen. Welke effecten heeft een vroegere herfst op de dieren die van de vruchten leven ? De vruchtvoorraden zouden eerder op kunnen zijn dan nodig om vetreserves op te bouwen. Anderzijds zijn bij zachtere winters minder vetreserves nodig..

 

MARIENE PLANKTON

ZEEVONK (NOCTILUCA)

Midden augustus 2020 werd op de Noordzee voor de Westkust een indrukwekkende, kilometerslange sliert Zeevonk gezien. De Zeevonk is een eencellige dinoflagellaat (0,5-1 mm groot) die er uitziet als een doorzichtig ballonnetje.  Overdag kan zgn. bloei ervan het water oranje kleuren, ’s nachts kan ie bij warm weer in het voorjaar of de zomer als je door het water beweegt bioluminiscentie geven : het “lichten” van de zee, een fascinerend natuurfenomeen…

 

REEËN 

KANALENHORROR

Jaren terug bekwamen we, na eigen Natuur 2000-hulpacties, van de bevoegde ambtenarij dat er in de oeverversterkingen van het Kempisch Kanaal ‘doorgangen’ voorzien werden voor overzwemmende reeën. In het Albertkanaal met zijn steile betonnen wanden is de toestand nog erger. Vanuit aangrenzende natuurgebieden overzwemmende dieren krijgen er geen grip op en verdrinken met tientallen. Vaak zijn het bokken op zoek naar nieuw territorium aan de overkant van het kannaal. Er spelen ook nog andere factoren : bvb. de jaarlijkse mountainbiketochten in het vm. militair domein van Grobbendonk en de toegenomen corona-openluchtrecreatie. Voorlopig komt de brandweer tussen wanneer ze wordt opgeroepen, maar eigenlijk zouden er veel meer ‘faunatrappen’ moeten komen : hoewel dat niet altijd helpt, de dieren weten soms niet waarvoor de constructies dienen…

 

RUIMTE

ZWARTE GATEN BOTSEN

Vakbladen meldden begin september dat de zwaartekrachtgolftelescopen Ligo (VSA) en Virgo (Italië) een zware botsing tussen twee zwarte gaten signaleerden op 7 miljard lichtjaren afstand van de aarde. Het zwart gat dat na de botsing ontstond is het verste en zwaarste dat de detectoren tot nu waarnamen, zo’n 140 x zo zwaar als de zon. Gewone zwarte gaten ontstaan wanneer een zware ster sterft en inklapt. Het zwaarste zwarte gat dat uit een ster kan komen ligt rond de 65 zonmassa’s. De botsers hadden echter 85 en 66 zonmassa’s, voor astronomen onmogelijk en allicht ook het resultaat van botsingen. Het is zo dat in het centrum van de meeste sterrenstelsels een superzwaar zwart gat van miljoenen tot miljarden zonmassa’s huist  en daaromheen zou een zwerm van kleinere zwarte gaten en neutronenstructuren kunnen draaien. Daar is de kans op een tweede en derde botsing groter.

 

VLEERMUIZEN

MOPSVLEERMUIS EUROPESE VLEERMUIS VAN HET JAAR

Batlife Europe, de koepelorganisatie voor de bescherming van de vleermuizen in Europa, heeft de mopsvleermuis (naam naar de mopshondachtige snuit) uitgeroepen als Europese vleermuis van het jaar voor 2020-2021. De mopsvleermuis is in de meeste Europese landen zeldzaam en zelfs bedreigd, o.m. door de aantasting van loofbossen en het verwijderen van oude/dode bomen. Een paar jaar geleden (2013) berichtten wij in de rubriek Wereld van deze Nieuwsbrief over de verstoring van de grote mopsvleermuizenkolonie in het fort van Brest-Litovsk, Wit-Rusland, en recentelijk (2019) in de rubriek Natuur ook over de vondst van kraamkolonies in de bossen van het Waasland bij ons.

 

VLEERMUIZEN EN SPOUWMUREN

Dwergvleermuizen, Laatvliegers, Meervleermuizen, Grootoorvleermuizen en nog een aantal andere vleermuissoorten zitten graag in spouwmuren en in ruimtes onder dakpannen, o.m. in oudere huizen.   Daar besluiten de mens-bewoners de laatste tijd nogal eens tot zgn. na-isolatie, al dan niet in het kader van renovatie. Hierbij worden bvb piepschuimbolletjes  en een lijmstof  in de luchtspouw gespoten, maar ook hard schuim of steenwol kan worden gebruikt.  Wanneer in die spouw op dat moment slapende vleermuizen huizen, zijn dat vogels voor de kat : door hun tijdens de slaap gedaalde lichaamstemperatuur kunnen ze onmogelijk direct wegvliegen en ontsnappen. Op termijn dreigt dit soort isolatiemaatregelen dus een nadelige invloed te hebben op onze vleermuispopulaties, die het zo al moeilijk hebben.  De natuurbehoudswetgeving verbiedt nochtans het vernietigen van vleermuisverblijfplaatsen en het doden van vleermuizen. Daarom moet er bij renovaties vooraf onderzoek worden gedaan en naar een vervangende verblijfplaats gezocht. Daarvoor is samenwerking nodig tussen ecologen, bouwkundigen en producenten van bouwmaterialen.  Qua een  mogelijke oplossing kan bij nieuwbouw, renovatie en na-isolatie gedacht worden aan ingebouwde vleermuiskasten, maar het probleem is dat na-isolatie  juist vaak gebeurt in voornoemde oudere huizen waar zulke vleermuiskasten niet aanwezig zijn.

 

 

VOGELS

BROEDVOGELS EN TERRITORIUM

Wie de Nederlandstalige literatuur over broedvogels wat volgt (atlassen, artikels, verslagen) zal het wel al opgevallen zijn dat termen als broedgeval, broedpaar, territoriumhoudend paar enz. soms nogal verschillend begrepen worden. In het respectabele tijdschrift Het Vogeljaar (dat al aan zijn 68ste jaargang toe is) werden begin 2020 de volgende definities voorgesteld. Dat zou de verslaggevingen eenduidiger moeten kunnen maken :

TERRITORIUM : gebied dat vnl. tegen soortgenoten verdedigd wordt door zang, of ander uiterlijk vertoon. Territoriaal gedrag duidt in de broedtijd in het algemeen op een broedpoging of broedgeval (zie hierna).

BROEDVOGEL : vogel waarvan verondersteld mag worden dat die een binding heeft met het terrein, waardoor het er (gaan) broeden mogelijk en waarschijnlijk is. Bovendien is broeden van de soort elders hier te lande vastgesteld.

BROEDPAAR : een vogelpaar, al dan niet met territoriaal gedrag binnen de datumgrenzen, waarvan nestbouw of broeden is vastgesteld of waarvan dat verondersteld mag worden.

BROEDPOGING : situatie waarin een vogel (soort/-paar) een nest gebouwd heeft (ook al is het een nauwelijks waarneembaar kuiltje in de grond), maar waarin geen eieren gelegd zijn.

BROEDGEVAL : situatie waarin een vogel (soort/-paar) een nest gebouwd heeft, waarin minimaal één ei gelegd is.

Lit. Peter Waardenburg. Broedvogel, broedgeval, territorium; soms een verwarrende kwestie. Het Vogeljaar jaargang 68 (1), 2020 : blz. 18-19.

(Zie ook de rubriek Bondsberichten van deze Nieuwsbrief 2020)

 

BROMVOËL BEDREIGD

“Onmiskenbare kalkoengrote swart voël met opvallende rooi gesig en keelvlekke. Loop op sy tone. Roep ’n harde dreunende OOOMPH OOOMPH vroeg in die oggend. Engels Ground Hornbill.”

Zo staat de Zuidelijke Hoornraaf of Zuidelijke Grondneushoornvogel kort beschreven in Ian Sinclair’s Veldgids tot die Voëls van Suider-Afrika (Eerste uitgawe 1985, Struik, Kaapstad) en zo spotten we die “bromvoël” ook geregeld op de Zuid-Afrikareizen van N2 in de jaren 1980, in de buurt van het Krugerpark bvb. Een speciale vogel, deze ongewone grondversie van de hoornvogels, deze “tenenloper” die geen water drinkt en die 70 jaar oud kan worden,deze voor het leven gepaarde groepsvogel met een territorium van m.d. 100 km² en die maar om de 9 jaar een jong produceert. In het Zuid-Afrika van vandaag is ie helaas serieus bedreigd geraakt, zoals ook die andere charismatische soorten van de Zuid-Afrikaanse savanne als de witte neushoorn en de Secretarisvogel. Zijn problemen : habitatverlies, pesticiden, elektrocutie door elektriciteitsleidingen, vervolging door “inlanders”… Gelukkig zij er ook wel mensen die zich het lot van deze fascinerende vogels aantrekken. Reeds in 1967 werden ze in het Krugerpark de gaten gehouden door Alan (ornitholoog van het Transvaalmuseum te Pretoria) en Meg Kemp en toen het fout begon te lopen startte hun dochter dr. Lucy Kemp in 1999 een reddingsproject in de Mabula Private Game Reserve bij Warmbad (nu Bela Bela) in de provincie Limpopo, het vroegere Noord-Transvaal. Het Mabula Ground Hornbill Project wil de vogel ondersteunen door o.a. kuikens uit het wild met de hand groot te brengen en door de herintroductie van nieuwe familiegroepen in gebieden waar de vogel oorspronkelijk voorkwam. Er is ook een educatief programma om schoolkinderen in het leefgebied van de bromvoël voor te lichten en de tolerantie te verhogen.

ground-hornbill.org.za

 

PESTICIDEN IN MEZENBOLLEN

SOS Mezen vond in het voorjaar van 2019 dat er in 95 mezennesten met dode mezenjongen 36 verschillende pestciden zaten : die jonge mezen waren amper twee weken oud, ze kwamen nog niet buiten de nestkast… VELT (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) vroeg zich daarom af of mezenbollen een bron van pesticiden kunnen zijn en vroeg het lab Primoris te Zwijnaarde 15 verschillende bollen te onderzoeken die begin november aangekocht werden. De belangrijkste resultaten : In 10 van de 15 mezenbollen trof het lab geen pesticiden aan, in 5 wel. Slechts 3 van de 36 in dode jongen gevonden stoffen werden teruggevonden in de mezenbollen. De in de mezen bollen teruggevonden pesticiden zijn vooral insecticiden : die werden waarschijnlijk gebruikt bij de teelt van de ingrediënten van de bollen zoals zaden, pitten, granen.

Zie ook www.sosmezen.be

Bron : Seizoenen (VELT), Nr.1/2020.

 

VOGELS EN WINDMOLENS

VERF EEN VAN DE WIEKEN ZWART !

Te veel vogels, voor een groot  deel ook trekvogels, sneuvelen tussen de wieken van windmolens.  En dat gaat er de komende tijden niet op beteren. Zo’n aanvaringen mogen nochtans niet onderschat worden  : al bij een extra sterfte van 1% kunnen kleine vogelpopulaties in de problemen komen. Op het Noorse eiland Smola (met 68 turbines die 17.800 huishoudens stroom geven)  ging het Noorse Instituut voor Natuuronderzoek de kwestie nader bekijken. Geconstateerd werd dat er, wanneer de turbines aan stonden, “bewegingsvervaging” ontstaat. De vogels zien alleen nog maar een cirkel van de tippen van de wieken, niet meer de wieken zelf.  Om de effecten van die bewegingsvervaging te verkleinen werd een van de 3 wieken bij verschillende molens zwart geverfd. Het resultaat mocht er zijn. Bij de behandelde turbines werden tot 70% minder dode vogels gevonden… Wereldwijd hebben zich ondertussen verschillende instituten gemeld om soortgelijke proeven te doen.  Zo komt men te weten of deze oplossing overal effect heeft.  Hoe dan ook biedt het zwart maken van een deel van de turbines geen totaaloplossing voor de vogelsterfte door windmolens. Als je windenergie wil opwekken vind je beter een plek waar je de problemen zoveel mogelijk ontwijkt : zeker niet midden in de habitat van bepaalde diersoorten, maar zoveel mogelijk daar vanaf.

Lit.Roel May cs. Paint it black : Efficacy of increased wind turbine rotor blade visibility to reduce avian fatalities. Ecology and Evolution, August 2020, Volume 10, Issue 16, pp. 8927-8935. DOI : https://doi.org/10.1002/ece3.6592

 

WIEREN

ZEEWIERTEELT

Er is meer voedsel nodig voor de groeiende wereldbevolking. Terwijl er steeds minder grond en water beschikbaar is voor landbouw. Daarom wordt er gekeken naar de mogelijkheden van zeewierteelt. Zeewier heeft alleen zonlicht nodig, euivert het zeewater en valt bijzonder duurzaaam te kweken. Ook is het een soort superfood dat makkelijk te verwerken is in gezond en smakelijk voedsel voor mens en dier.

Zie ook wur.nl/zeewier

© 2024 Nieuwsbrief Natuur 2000 | WordPress Theme: Cosimo by CrestaProject.