LAATSTE NIEUWS
APEN : 7DE GROTE MENSAPENSOORT BESCHREVEN
VOGELNESTKASTEN : TIPS
IK HEB EEN VRAAG
Ikhebeenvraag.be is een online platform dat in 2008 werd opgericht. Je kan er terecht met wetenschappelijke vragen, m.b.t. onder meer biologie. Op dit moment is er een archief van ca.15.000 vragen. Rond de 1000 wetenschappers (ook oudleden van Natuur 2000) staan paraat om te antwoorden.So …
MENS IN EUROPA ONTSTAAN, NIET IN AFRIKA ?
De vondst van twee fossielen in Griekenland en Bulgarije zet de hele menselijke ontstaansgeschiedenis mogelijk op zijn kop. Tot nu geloofde men dat de voorouders van de mens zich tussen 5 en 10 miljoen jaar (!) geleden afsplitsten van de voorouders van de chimpansee. Daarvoor baseerde men zich op de vroegst ontdekte mensachtige beenderen : tussen de 5 en 7 miljoen jaar oud en gevonden in Centraal-Afrika. In Griekenland en Bulgarije zijn nu een onderkaak en een kies gevonden van een aapachtig wezen met mensachtige tanden en die blijken 7,2 miljoen jaar oud. De Graecopithecus freybergi is daarmee honderdduizenden jaren ouder dan de oudste Afrikaanse hominide, de Sahelanthropus tchadensis (gevonden in Tsjaad)…
Jochen Fuss cs. Potential hominin affinities of Graecopithecus for the Late Miocene of Europe.
PLoS ONE 12 (5) : e0177127
(https://doi.org/10.1371/journal.pone.0177127)
THE NUMBERS OF THE BEASTS : BESCHERMING VAN DE GROTERE WILDE DIEREN
In het aprilnummer van het tijdschrift Global Ecology and Conservation staat een actuele Megafauna Conservation Index (MCI). Wetenschappers o.l.v. Peter Lindsey van de universiteit van Pretoria, Zuid-Afrika, werkten aan een geargumenteerde ranglijst van 152 landen inzake de bescherming van grote wilde dieren : d.w.z. landzoogdieren die meer dan 15 kg wegen als adulte carnivoren of meer dan 100 kg als adulte herbivoren/omnivoren. Neushoorns, olifanten, giraffen, orang oetangs, wilde ezels, leeuwen, edelherten, wisenten, wolven, lynxen : alle grotere wilde dieren telden mee. Voor elke relevante soort werd de fractie van het land in kwestie nagegaan waarin de soort leefde, daarnaast ook het percentage van megafauna-habitat dat wettelijk beschermd was in dat land en tenslotte het budget dat het land besteedde aan natuurbescherming. Bovenaan de lijst staan Botswana, Namibië en Tanzanië. De Beneluxlanden scoren eerder slecht op deze wereldwijde index. Het ergst is de toestand in Arabische landen als Oman, Qatar en de Emiraten en in verwoeste landen als Irak, Libië, Syrië en Jemen.
Lit. Peter A. Lindsey cs, Relative efforts of countries to conserve world’s megafauna.
Global Ecology and Conservation, Vol.10, April 2017, pp.24″-252.
(https://doi.org/10.1016/j.gecco.2017.03.003)
APEN : DE TAPANULI ORANG-OETAN, EEN NIEUWE GROTE MENSAPENSOORT
Een internationaal team van onderzoekers beschreef een nieuwe grote mensaap : de Tapanuli orang-oetan (Pongo tapanullensis) die leeft in de hooggelegen bossen van Noord-Sumatra, Indonesië. Met een populatie van slechts 800 individuen is de nieuwe soort meteen ook de meest bedreigde mensaap ter wereld.
Na bijna 50 jaar onderzoek naar orang-oetans op Sumatra werd deze populatie pas in 1997 “ontdekt” tijdens een reeks veldonderzoeken. Daarna is meer gedetailleerd gekeken naar het gedrag en de genetisch kenmerken ervan. In 2013 kwam skeletmateriaal beschikbaar en daarna werd helemaal duidelijk hoe uniek de populatie is.
De dieren leven in een relatief klein stuk bos, met allerlei soorten bedreigingen. Na 10 jaar druk op de overheid is het grootste deel, zo’n 100.000 ha, beschermd. Maar 15% van hun habitat niet : precies het belangrijkste gebied om habitatcorridors te maken, zodat de gefragmenteerde populatie genetische uitwisseling kan hebben.
De Tapanuli orang-oetan is de 7de grote mensapensoort. De andere zijn de Sumatrese en de Borneose orang-oetan, de westelijke en de oostelijke gorilla, de chimpansee en de bonobo.
Lit. Alexander Nater cs. Morphometric, Behavioral and Genomic evidence for a new Orangutan species.
Current Biology, 2 november 2017.
(https:// doi.org/10.1016/j.cub.2017.09.047)
WEEK VAN DE BIJ
Van 28 mei tot 4 juni worden de mensen bij ons aangespoord om eens even aan de bijen te denken. Ondanks hun ecologisch en economisch belang hebben bijen het steeds moeilijker om te overleven. Iedereen die wil kan er in feite wat aan doen. Via bomen, struiken, vaste planten, zelfs bloempotten. Door een insectenhuis te creëren. Ook door geen pesticiden te gebruiken (vertel dat aan Roundupper Schauvliege…). Tips vind je op www.weekvandebij.be
BOMEN HEBBEN RUIMTE NODIG :
WAT LEREN ONS BOOMSCHILDERIJEN UIT 1850 ?
Bomen hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen. Onder de grond : per jaar 1 m³. Dat beginnen ze in Antwerpen eindelijk te beseffen, het zou volgens de altijd goed doorrekenende lokale politiek & ambtenarij 20.000 euro per boom kosten. Maar ook boven de grond. Dat constateren ze in Nederland door actuele toestanden te vergelijken met die van 150 jaar geleden. Schilderijen en later foto’s helpen daarbij. Een interessant voorbeeld vormen de in Nederland beroemde Wodanseiken van Wolfheze bij Arnhem (De vereniging Natuurmonumenten organiseerde daar een leuk historisch wandelpad van 4,5 km – je vindt in de buurt ook grafheuvels uit de nieuwe steentijd/bronstijd). Die 450 à 500 jaar oude eiken kregen hun naam rond 1850 van de zgn. Oosterbeekse landschapsschildersschool waartoe o.m. Johannes Bilders behoorde en Anton Mauve, leermeester van Van Gogh, naast Jacobus Jan Cremers. Bilders en Cremers schilderden de eiken in 1849 en 1857, toen die nog in hun volle glorie in de open Wolfhezerheide stonden bij de Wolfhezer-sprengebeek uit 1550. Daar kregen ze volop zon en hadden ze alle ruimte om breed uit te waaieren : kenmerkend was een relatief korte stam met laag aangezette kroon. Later geraakten ze helaas ingesloten door bos dat de heide dichtgroeide, kregen ze minder zon en konden ze zich niet verder ontwikkelen. Evengoed kregen ze een klap door het verlagen van het grondwaterpeil met 1 à 2 meter, voor de drinkwatervoorziening en de industrie. Daardoor kwam ook die Wolfhezer- of Papiermolenbeek vandaag de dag droog te staan…
MEER BOOMKAPPINGEN LANGS VLAAMSE WEGEN
De denktank van medici over luchtverontreiniging van dr. Christophe Depaemelaere (zie de rubriek Opener 2 in deze Nieuwsbrief) kan nog zoveel pleiten voor meer boomplantingen als ze wil, de N-VA-Mobiliteitsminister Weyts lacht daar op zijn bekende, arrogante manier mee. Onder zijn impuls worden er op steeds meer plaatsen langs de Vlaamse autosnelwegen en gewestwegen bomen gekapt. Twee jaar geleden ging het nog om bijna 78 hectare, de afgelopen winter was dat al 112 ha…
MINIMAAL 345.421.297 DIEREN IN DIT LAND
De krant Het Laatste Nieuws waagde zich op zaterdag 22 april 2017 op zijn manier aan een schatting van wat er in dit land zoal zit aan zoogdieren en telbare vogels, amfibieën en reptielen. Om te beginnen kwam de redactie aan 1.497.000 honden (770.000 in Vlaanderen), 2.194.000 katten (1,1 miljoen in Vlaanderen, arme vogels) en 288.222 paardachtigen (201.814 in Vlaanderen). Verder aan 1,3 miljoen reisduiven en 62.095 “zangvinken”, aan 20.262 reeën en 19.070 everzwijnen als “geschoten wild”. Bijna 319 miljoen dieren werden in 2016 geslacht voor vleesconsumptie, in dierentuinen en soortgelijke zaten 14.475 dieren, in 124 erkende Vlaamse laboratoria 242.221 proefdieren en in 17 vergunde kwekerijen in Vlaanderen (in de rest van het land verboden !) 319.860 nertsen…
P.S. In Vlaanderen hebben 724.000 gezinnen één of meerdere katten. Er worden nog altijd teveel katten geboren die eindigen als zwerfkatten of die in een asiel terechtkomen (vorig jaar alleen werden er 18.000 katten in Vlaamse asielen gedropt). De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn wil katteneigenaars daarom verplichten hun dier bij een dierenarts te laten steriliseren en te registreren voor het 5 maanden oud is.
DODEMANSVINGERS (OENANTHE CROCATA)
In de Vlaamse pers van einde mei 2017 verschenen weer signalementen van Dodemansvingers uit de Gentse haven en de schorren in de Rupelstreek. Deze schermbloemige, die in mei-juli bloeit en die je herkent aan de spitse groene, driehoekige kelkblaadjes, kan 1,5 m hoog worden en het is één van de giftigste planten van onze wilde flora. Zoals andere schermbloemigen (scheerling, Socrates !) bevat de plant oenanthotoxine, een snelwerkend zenuwgif. De naam komt allicht van de bleke knolvormige wortels (de meest giftige stukken van de plant) die op vingers lijken.
EGELS HELPEN
Wie egels wil helpen let er om te beginnen best op dat ze niet te veel fijnmazige tuinomheiningen tegenkomen (mannetjes kunnen ’s nachts tot 3 kilomter afleggen). Verder is het belangrijkste een takkenhoop in je tuin te voorzien, liefst in een rustig hoekje. Ergens onderin en verborgen plaats je een egelhuisje. Een aanvulling in dat hoekje kan een spinnenreservaatje zijn : wat stenen, oude dakpannen, kapotte bloempotten e.a. rommel. Dat trekt duizendpoten, spinnen, hooiwagens,pissebedden enz. : lekkernijen voor de egels. Voorzie ook een partijtje water.
P.S. Geef nooit koemelk aan egels, wel eventueel levende meelwormen. Maar maak ze niet te afhankelijk.
ESSENZIEKTE
In heel Vlaanderen zie je deze lente essen met afgestorven twijgen en een vaalbruine schors, vooral de jonge essen worden zwaar getroffen : zij hebben minder reserve. De bomen zijn het slachtoffer van het vals essenvlieskelkje, een paddenstoel die levend essenweefsel verorbert door met zijn schimmeldraden via de bladeren in de boom binnen te dringen. De essenziekte woedt hier sinds 2007 en ze wordt elk jaar erger. Het is moeilijk om te bepalen welke oppervlakte er aangetast is, want de inheemse es komt gemengd voor met andere bomen. Het INBO maakt al 4 jaar een inventaris van de gezondheidstoestand van de Vlaamse essen, meer kan het niet doen zegt het.
HET PROJECT GRASGOED VAN NATUURINVEST
Natuurinvest noemt zich een ondersteunend centrum voor het Agentschap Natuur en Bos (ANB) van de Vlaamse overheid fat met het eigen vermogen van dat Agentschap werkt, de openbare houtverkoop van het ANG organiseert, investeert in de kennis van mensen (via de opleidingen van Inverde en het online kennisplatform Ecopedia), inesteert in gebouwen en locaties die het namens het ANB verhuurt, en Huidig directeur is ons oud-lid Tom Embi die destijds o.m. onze werkkampen in de Leiemeersen bij Sint-Martens-Latem organiseerde.
Natuurinvest haalde recentelijk van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling een Europees Interreg-project binnen dat de naam “Grasgoed” kreeg. De bedoeling daarvan is aan te tonen dat de resten van natuurbeheerswerk (die meestal nauwelijks benut worden) een tweede leven kunnen krijgen als brandstof, veevoer, verpakkingsmateriaal (eierdoosjes !) enz. Denk maar aan de duizenden tonnen los maaisel die jaarlijks vrijkomen bij het beheer van grasland. Het verwijderen van dat maaisel en het afzetten bij een verwerkingsinstallatie is een dure aangelegenheid. Het Interreg-project wil daarom tot een meer duurzame oplossing komen voor die groenreststromen…
(www.natuurinvest.be/projecten/grasgoed)
(www.grasgoed.eu)
HOOGSPANNINGSLIJNEN & VOGELS
Alleen in dit land al vliegen zich jaarlijks enkele 100.000 vogels te pletter tegen de 5700 km hoogspanningslijnen. Vaak gaat het om vogels die in groep vliegen zoals meeuwen, maar bij de dodelijkste lijn (in de Waaslandhaven bij Antwerpen, tussen het Groot Rietveld van Melsele en de Rietmoerassen van Kallo) gaat het ook om roerdomp, bruine kiekendief, geoorde fuut, woudaapje, buidelmees, baardmannetje enz. Om daar wat aan te doen en vooral om de zichtbaarheid van o.m. de lichtere aardingsdraad boven de stroomkabels te verhogen gaat netwerkbeheerder Elia alvast 184 km “zwarte lijnen” tijdens de komende 10 jaar beveiligen. Er wordt daarbij gedacht aan rode draad die rond de kabel wordt gedraaid, de zgn. vogelkrullen. Bij een test in de buurt van Oudenaarde viel het aantal vogelslachtoffers terug van 70 op 2 per maand. Elia contacteerde ook een firma die met drones een soort “vogelflaps” (= kaarten) zou kunnen aanbrengen.
P.S. Vergelijk met Duitsland : m.d. 2,8 miljoen dode vogels. O.m. trappen, kraanvogels, ooievaars en alle soorten watervogels. Daar hangen ze zwartwitte plastic staven aan de leidingen. De genoemde grotere soorten kunnen slecht op vooraan focussen, bij een onverwachte hindernis kunnen zij moeilijk maneuvreren. In Duitsland wordt geijverd voor aardkabels.
(Natur & Umwelt, 2.17)
IMMIGRANTEN (MENSELIJKE) EN NATUUR
Hierboven staan tips om egels te beschermen, maar dat blijkt niet besteed aan de vele immigranten die elk jaar in dit land binnenkomen. Die blijken verzot te zijn op egels, ze gaan ’s avonds op stap om egels te vangen , in klei te kapselen en ze zo op het vuur te leggen : op die manier kom je aan vlees ontdaan van stekels. Ze worden ook geregeld betrapt terwijl ze wilde paddenstoelen plukken, ze gaan ’s nachts zonder vergunning vissen enz. Daarover gecontacteerd weet het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos natuurlijk weer van niets. Natuurgids Sonja Deneve uit Bonheiden, die het probleem aankaartte in Knack, zou natuurbehoud graag opgenomen zien in het zgn.inburgeringstraject. Maar daarover aangesproken vertelt het Agentschap Integratie en Inburgering : “Aandacht voor het natuurbehoud past niet binnen onze doelstellingen”… Straf.
(Knack, 1 juli 2017)
WHERE HAVE ALL THE INSECTS GONE ?
Ondanks de wespenplagen en dgl. (zie hieronder) maken biologen zich zorgen om de afnemende hoeveelheden insecten. Kijk zelf eens naar het windshield van je niet zo aerodynamische Land Rover. Er zitten deze lente en zomer een stuk minder insecten op. Reeds langer zijn er berichten over een alarmerende terugloop in de aantallen honingnbijen, dagvlinders en glimwormen, maar ook bij minder “populaire” insecten. Het zette wetenschappers aan het meten en vergelijken. Een groep Duitse entomologen gaat bvb al 30 jaar de hoeveelheid insecten na in honderden Westeuropese natuurreservaten. Wanneer zij in 2013 terugkeerden naar verzamelplaatsen uit 1989 vonden zij dat de totale massa van hun vangsten met 80% gedaald was… In 2014 kwamen zij tot dezelfde bevindingen, net zoals in een dozijn andere sites. Ook de soortenrijkdom ging blijkbaar achteruit. In 1989 werden bvb 143 soorten zweefvliegen gevangen, in 2014 waren dat er nog 104. De reden ? De tegenwoordige nefaste landbouwmethodes (glyfosaat en andere pesticiden !) en het verlies aan leefgebied. De gevolgen ? Kijk o.m. naar de steile neergang in de aantallen veldleeuweriken, zwaluwen, gierzwaluwen. En vergeet ook de vleermuizen niet.
Lit. Gretchen Vogel. Where have all the insects gone ?
Science, 12 May 2017. Vol.365, issue 6338, pp. 576-579.
(DOI:10.1126/science.356.6338.576)
MAMMOETFOSSIELEN
De meeste gevonden mammoetfossielen komen van mannetjes. Een Zweedse studie wijst er op dat jonge mannetjes in de ijstijden in hun eentje rondzwierven (vergelijk met olifanten) en daardoor vaker in riskante situaties geraakten. De vrouwtjes verplaatsten zich meestal in groep, onder leiding van een leidster die haar kudde weg hield van gevaren. De wolharige mammoet verdween 4000 jaar geleden tijdens de laatste ijstijd, toen het klimaat opwarmde en er meer op gejaagd werd.
Lit. Love Dalen cs. Genome-Based Sexing Provides Clues about Behaviour and Social Structure in the Woolly Mammoth.
Current Biology, November 2, 2017.
(https://doi.org/10.1016/j.cub.2017.09.064)
KUNST EN NATUUR : PIET MONDRIAAN
Op zaterdag 3 juni 2017 opent in het Gemeentemuseum te ‘s-Gravenhage de expositie “De Ontdekking van Mondriaan (300 werken, de volledige collectie). Mondriaan was een van de grootste moderne kunstenaars ooit. Geboren in Nederland veroverde hij de wereld met zijn beroemde abstracte lijnen-schilderijen, maar hij had ook oog voor natuur en landschap. Dertig jaar was hij bezig met het geborgene van het landschap. Met meanderende riviertjes, koeien, molens en knotwilgen. Toch laat hij die natuur uiteindelijk los en ontwikkelt hij zich naar een moderne kunstenaar : hij wilde de werkelijkheid niet langer kopiëren, in de plaats daarvan wou hij iets zuivers uit zichzelf scheppen…
Lit.Marcel van Ool, Mondriaan.Uit de Natuur. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2017.
(Zie ook rubriek Agenda in deze Nieuwsbrief)
MERELS ZIEK : USUTU-VIRUS
Wij berichtten reeds vroeger in deze nieuwsbrief over het Usutu-virus (Usutu is een lokale naam voor de Maputo-rivier in Swaziland, Zuid-Afrika). Dat virus werd in 2001 voor het eerst in Europa gedetecteerd, in Oostenrijk. Van daar rukte het op door Duitsland en vorige zomer meldde men het al uit Limburg. Het tast vooral stadsvogels en merels aan. Alleen al in Oost-Vlaanderen stierven al 100.000 merels en bij het Vogelopvang-centrum te Kapellen worden er meerdere stervende merels per dag binnengebracht. Er kan niet veel aan gedaan worden. Het virus wordt overgedragen door muggen, het kan ook bij (verzwakte) mensen o.m. hersenvliesontsteking veroorzaken. Dat het zo ver geraakte komt mede door de klimaatopwarming en de zachte winters.
MESHEFTEN
Vroeger kwamen we op het strand nu en dan een mesheft tegen. Het ging om soorten van de familie Solenidae : Groot tafelmesheft (Ensis siliqua), Klein tafelmesheft (Ensis minor), Grote zwaardschede (Ensis arcuatus) Kleine zwaardschede (Ensis ensis) en Messchede (Solen marginatus). Vandaag zie je er complete tapijten. Het gaat meestal over exoten, de Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus), waarvan larven in 1979 in de Noordzee terechtkwamen via geloosd ballastwater van zeeschepen. Vanuit Duitsland verspreidden ze zich van Denemarken tot Normandië en ook tot de Engelse Noordzeekust. Bij ons worden ze gevonden sedert 1987. Ze voelen zich beter thuis in ondiepe wateren dan de inheemse mesheften en sloegen aan het vermenigvuldigen. Stormen en veranderde stromingen woelen de ondieptes geregeld om en daardoor spoelen ze in groten getale aan. Ze zijn goed eetbaar en je ziet ze dan ook steeds meer op de markt : ze komen dan wel uit Nederland (waar ze duizenden ton per jaar ophalen, voor export tot naar China toe), want in Vlaamse wateren mag je niet vissen op schepdieren – dat verstoort de bodemlaag. Het ILVO, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, gaat binnenkort ook voor de Amerikaanse zwaardschede een proefproject opzetten met pulsvisserij, naar een Schots voorbeeld : de mesheften worden met elektroden geprikkeld en komen dan vanzelf uit de bodem.
WEER DE PERSEÏDEN
Al sinds mensenheugnis kijken natuurfreaks midden augustus uit naar de Perseïden-meteorenregen. Dit jaar is het beste observatiemoment zondag 13 augustus om 23u45 tot na middernacht (zie ook rubriek Agenda). Vanop een donkere plek zie je in het noordoosten stukjes rots van het formmaat zandkorrel tot erwt tegen meer dan 200.000 km/uur onze atmosfeer binnendringen, in feite ter hoogte van het sterrebeeld Perseus. Het gruis is lang geleden uitgeworpen door de komeet Swift-Tuttle, een stoffige sneeuwbal van 25 km doorsnee, die langzaam uit elkaar valt terwijl hij om de zon draait. Elk jaar rond deze tijd kruist de aarde dat afvalspoor. Af en toe zit er een zwaarder steentje tussen, dat verbrandt dan met een fors, secondenlang naglinsterend lichtspoor …
P.S. Voor wie behoefte heeft aan een sterrenkaart : www.walrecht.nl, planisferen kan je ook bestellen bij Natuur 2000.
P.P.S. Meteoroïde versus meteoor :
Volgens een definitie van de Internationale Astronomische Unie is een meteoroïde een solide object met een grootte tussen ongeveer 30 micron en 1 meter dat zich in de interplanetaire ruimte voortbeweegt. De meteoroïden draaien in verschillende banen en met snelheden van enkele tientallen kilometers/seconde rond de zon. Soms kruisen hun banen die van de aarde en dan kunnen ze in onze atmosfeer opbranden . De meeste meteoroïden zijn kleine stofdeeltjes. Een meteoor ofte vallende ster is dan weer het lichtgevende fenomeen als gevolg van de interactie van de meteoroïde met de atmosfeer van de aarde, gewoonlijk op 80 à 120 km hoogte. Een meteoroïde die onze atmosfeer binnenkomt wordt dus een meteoor (en wanneer ie de grond raakt wordt het een meteoriet).
SLANGENAREND IN BRECHT
OP het Groot Schietveld tussen Brecht en Wuustwezel werden deze zomer tot 6 slangenarenden gespot. Vroeger zag je de vogel vooral in Zuid-Europa (cfr. N2-kampen in de Camargue), de laatste tijd wordt ie meer en meer bij ons gesignaleerd. Het gaat om nog jonge exemplaren, die gaan zweven en vliegen dan verder noordwaarts zoals de gieren. De adders en amfibieën in het Schietveld zullen er wel voor iets tussen zitten.
STEPPEKIEKENDIEF BROEDT IN NEDERLAND
Het broedgebied van de steppekiekendief ligt normaal in Zuidoost-Europa en Centraal Azië. Van de 11.000 paren zitten er 7.000 in Kazachstan, maar door de intensivering van de landbouw voor de Chinese markt verlaat de vogel steeds vaker het land. In Nederland werd hij de laatste jaren meer en meer gezien (ook bij ons trouwens) en nu is er voor het eerst een broedend paar waargenomen : in een veld in het noordoosten van de provincie Groningen, in juni kwamen er 4 vrouwelijke jongen van. De Werkgroep Grauwe Kiekendief plaatste een kooi om het nest, om de eieren te beschermen tegen vossen en marters. In Groningen leven nu 4 soorten kiekendieven : de blauwe, de bruine, de grauwe en de steppekiekendief. Alle soorten nestelen graag in natte laaglanden en verwilderde akkers.
HARRY POTTER : EEN VLOEK VOOR UILEN
De laatste Harry Potter-film dateert van 2011, maar het Harry Potter-effect blijft werken evengoed als de magie rond de sneeuwuil Hedwig. Kinderen worden er door aangezet om een roofvogel als gezelschapsdier te gaan houden : ook een Scandinavische sneeuwuil, terwijl ze niet beseffen dat die o.m. lagere temperaturen gewoon is, of een kerkuil, een nachtdier dat dan overdag actief wordt gehouden. Impulsaankopen die de mensen snel beu geraken, maar ondertussen zijn er wel kerkuilen-nestkasten opengebroken en jongen geroofd. Het verklaart gedeeltelijk ook het toenemend succes bij ons van de roofvogelshows op diverse feesten, tot ergernis van wie het met die roofvogels goed voorheeft (Vogelbescherming Vlaanderen lanceerde er al enkele jaren geleden een campagne tegen). Veel erger nog is de toestand in bvb. Indonesië. Op Java en Bali is het aandeel uilen op de vogelmarkten sedert het verschijnen van de Harry Potterboeken en -films fors toegenomen. In de jaren 80,90 en begin 2000 werden er nauwelijks uilen verkocht, in 2016 waren dat er op 20 geïnspecteerde markten maar liefst 13.000. Die uilen worden in het wild gevangen, waardoor het voortbestaan van bepaalde soorten in het gedrang komt. De uilen worden op de markten verkocht als Burung Harry (burung = vogel), dat zegt genoeg…
Lit.Vincent Nijman, K.Anne-Isola Nekaris. The Harry Potter effect. THe rise in trade of owls as pets in Java and Bali, Indonesia. Global Ecology and Conservation, volume 11, July 2017, pp. 84-94.
(https://doi.org/10.1016/j.gecco.2017.04.004)
ROOD LICHT VOOR DE VLEERMUIZEN
De lichtvervuiling neemt maar toe, 10 jaar Earth Hour-acties en dgl. ten spijt. Dat heeft natuurlijk ook effecten op de natuur en specifiek op voor lichtverstoring erg gevoelige nachtdieren als de vleermuizen. Wetenschappers die met de vleren inzitten doen wel wat ze maar kunnen om die negatieve impact te reduceren. O.m. onderzoekers van de Nederlandse universiteit van Wageningen. Die startten een groot project “Licht op Natuur” op. Ze zetten lange rijen lantaarnpalen neer in 8 bosranden. In elke bosrand stonden palen met wit licht, rood licht of groen licht. Vijf jaar lang werd nagegaan waar de meeste vleermuizen kwamen jagen en waar de minste. Vastgesteld werd dat de traagvliegende Myotis-soorten (bvb. de watervleermuis) en grootoorvleermuizen wit en groen licht vermijden, maar zich niets aantrekken van rood licht. De meer beweeglijke dwergvleermuizen zochten hun insectenprooien dan weer zowel bij de wit- en groenlicht- als bij de roodlichtpalen. Soorten als laatvlieger en rosse vleermuis scheen het allemaal om het even. De Wageningse onderzoekers denken hoe dan ook te kunnen aanraden om zoveel mogelijk gebruik te maken van rood licht wanneer er in de buurt van vleermuisgebieden toch absoluut verlichting wordt nodig geacht.
P.S. Andere instanties, zoals de Nederlandse Zoogdiervereniging en de Nederlandse Rijkswaterstaat opteren voor een variant : de amberkleurige, UV-vrije “Batledlamp”. Die wordt al toegepast bij ecoducten en op termijn wil men in Nederland 5% van alle lichtmasten voorzien van vleermuisvriendelijke verlichting. En bij ons ? Langsheen de N111 ten noorden van Antwerpen, in de buurt van de Smoutakker-schansruïne (Stabroek), functioneert al enkele jaren een rij rood ledlicht-lantaarnpalen…
Lit. Kamiel Spoelstra cs. Response of bats to light with different spectra : light-shy and agile bat presence is affected by white and green, but not red light. Proceedings of the Royal Society B, 31 May 2017; volume 284, issue 1855.
(DOI: 10.1058/respb.2017.0075)
TUINTELLING VLINDERS 2017
Uit de tuintelling 2017 (5-6/8) kwam de Atalanta naar voor als meest geziene soort, gevolgd door Kleine Vos, Dagpauwoog, Klein Koolwitje en Bont Zandoogje.
VOGELNESTKASTEN : TIPS
Vogelnestkasten hang je bij voorkeur op tegen (begin) november.
Vier tips :
(1) Hang ze op een rustige plek en hoog, 2 à 4 meter.
(2) Let er op dat de nestkast zo goed mogelijk beschut is tegen de wind en dat ze niet de hele dag in de zon hangt. Vermijd de zuidwestkant van een boom omdat uit die richting de meeste regen komt.
(3) Wil je meerdere kasten hangen, plaats ze dan minstens 10 meter van elkaar. Dat geldt wel niet voor koloniebroeders zoals huismussen : de kasten hiervoor mogen gewoon naast of boven elkaar gehangen worden.
(4) Heb je al kasten hangen ? Maak ze dan schoon met heet water, gebruik geen chloor of andere giftige reinigingsmiddelen. Vogels gebruiken de nestkasten in de winter ook om te overnachten…
VULKANEN
Franse wetenschappers deden een aanzet tot een systeem waarin computermodellen de nieuwste satellietmetingen gebruiken om vulkaanuitbarstingen te voorspellen. Het gaat om een eenvoudig model met twee aan elkaar verbonden magmakamers; de onderzoekers voerden de data in met een methode die ook bij weersvoorspellingen wordt gebruikt. Hiermee leidden ze uit de opzwelling van de grond de overdruk in de magmakamers af. De vraag blijft : wanneer is de druk hoog genoeg om de boel te laten barsten ? Daarvoor kunnen uitbarstingen uit het verleden worden gebruikt. Zijn daar geen gegevens van, dan kunnen studies naar de sterkte van het gesteente een indicatie geven. Een andere kwestie is dat niet elke vulkaan er uitziet als het gebruikte computermodel : dat is alleen representatief voor een beperkte groep. Maar er kan wel naar believen een geschikter model worden ingeplugd, afhankelijk van de vulkaan. Vergeleken met de geavanceerde weermodellen staat dit model hoe dan ook nog in de kinderschoenen. Een laatste vraag is ook of overdruk in de magmakamers de enige belangrijke factor is voor een uitbarsting…
M.Grace Bato, Virginie Pinel, Yajing Yan. Assimilation of Deformation Data for Eruptive Forecasting : Potentiality Assessment Based on Synthetic Cases. Frontiers in Earth Science, 2017; 5:48.
(DOI : 10.3389/feart.2017.00048)
VUURMIEREN
Opmerkelijke beelden in de overstroomde straten van Houston einde augustus/begin september : drijvende eilanden vuurmieren. Tussen minuscule haartjes houden ze lucht gevangen en kunnen ze drijven en over water lopen, denk aan de schaatsenrijdertjes op de sloten. En door de poten in elkaar te haken vergroot het collectieve waterafstotend vermogen nog, zelfs met een tak kan je zo’n mierenvlot lastig onder water duwen. Wekenlang kan de kolonie zo ronddrijven, de beste plekken op hun vlotten reserveren ze voor de koningin en de larven. De vuurmier (Solenopsis invicta) is de VSA 80 jaar geleden binnengekomen vanuit Zuid-Amerika, het Amazonegebied : concreet via een cargoschip uit Brazilië. Ze werden in 1942 het eerst opgemerkt in Mobile, Alabama door Edward Osborne Wilson, die als bioloog later een mierenspecialist zou worden. In het regenwoud komen overstromingen veel voor; dieren met een list om aan het water te ontsnappen hebben een groot evolutionair voordeel…
P.S. Ondertussen landden ze in 2001 met een Amerikaans containerschip ook in Brisbane, Australië. Vandaag zijn ziljoenen rode vuurmieren op weg om vanuit Queensland naar Sydney, Melbourne en Perth te marcheren : de grootste plaag in de Australische geschiedenis.
WEIDEVOGELS IN DE VERDRUKKING
Overal in de Lage Landen koersen de grutto’s en andere weidevogels af op uitsterven. Vooral
door de intensivering van de landbouw, maar ook door verstedelijking en meer predatie verliezen ze steeds meer broedgebied. Overal wordt onderzocht of en hoe het tij nog te keren valt. Goed kuikenland is cruciaal : vochtige, bloemrijke weides in een open landschap. Dat vergt een hogere grondwaterstand, later maaien en minder mest. Vertel het aan de industriële boeren…
(Het landbouwbeleid van minister Schauvliege komt kort ter sprake in het beruchte Draulans-interview van 10 mei 2017, zie rubriek Opener 2 in deze Nieuwsbrief)
WESPEN : PLAAG ?
In mei werden er al zo’n 4 à 6 x meer wespen gezien dan normaal. Reeds in januari werden de eerste wespenkoninginnen gespot terwijl die gewoonlijk niet voor april gezien worden : een gevolg van de warme winter. Ook het aantal mannetjes is uitzonderlijk. Normaal bevruchten de mannetjes de koninginnen in het najaar en terwijl de koninginnen overwinteren gaan de mannetjes dood. Maar door dezelfde zachte winter hebben veel mannetjes die overleefd. Voorts bijzonder : in november van vorig jaar werden er nog larven in wespennesten gevonden, terwijl wespen dan dood horen te zijn, alleen de koninginnen wachten dan op de lente. Nu blijkt het om een tweede generatie te gaan, de nesten daarvan zijn vnl. gebouwd in huizen en schuren. Een en ander gaat een langere periode van wespenoverlast geven. Het enige dat dit nog kan tegenwerken is een regenachtige zomer (cfr.2014) .
(www.naturetoday.com)
RUIMTELIJKE ORDENING OP ZEE
Al in de jaren 1980 zagen wij op IUCN-congressen uitgewerkte voorstellen gepresenteerd worden om bvb in de Caraïbische Zee de vele maritieme activiteiten beter op elkaar af te stemmen. De laatste jaren probeert men zoiets ook voor de Noordzee en hier te lande bestaat er nu een wettelijk vastgelegd ruimtelijk plan voor de Belgische territoriale wateren. Mariene ruimtelijke planning is in, je kan het vergelijken met die van ruimtelijke ordening op het land : voor elke activiteit wordt een afgebakend gebied vastgesteld, zodat er een geordend geheel ontstaat met visgronden, zones voor energieopwekking, beschermde biodiversiteitssites enz. De methodologie daarvoor werd ontwikkeld aan de Universiteit Gent en ze werd inmiddels overgenomen door veertig landen. Wat de mariene sites betreft : de Unesco-werelderfgoedlijst (een resultaat van de Unesco-erfgoedconventie uit 1972, door bijna 200 landen geratificeerd) omvat een aparte categorie daarvoor, vandaag de dag 49 sites binnen de territoriale wateren van 37 landen die te belangrijk zijn om maar door één land te worden beschermd – bij een bedreiging moet de internationale gemeenschap het voortouw nemen. Twee derde van het mondiale zeeoppervlak bestaat echter uit internationale wateren. Daar bestaat geen jurisdictie aangaande milieubescherming. De erfgoedconventie uitbreiden naar deze wateren kan ook niet zomaar. Toch hoopt Unesco ook diepzeesites aan het werelderfgoed toe te kunnen voegen. Zo stelde de organisatie in 2016 alvast een lijstje met vijf “pionierssites” samen, met o.m. de Atlantis Bank in het zuiden van de Indische Oceaan, een verzonken eiland dat nog grotendeels de kenmerken bezit van een echt eiland. Overigens zijn nog grote stukken van de oceaanbodem Terra Incognita…
TOTALE ZONNE-ECLIPS IN AMERIKA
In de rubriek Actualiteit lees je meer over de Great American Eclipse op 21 augustus 2017. Er is ongeveer eens per 18 maanden een totale eclips, maar op elke specifieke plek op aarde is er gemiddeld slechts eens in de 375 jaar een te zien… De zon is zo’n 400 x groter dan de maan, maar ze staat ook 400 x zo ver weg. Daardoor is de diameter aan de hemel precies even groot. Bij ons was de laatste totale eclips op 11 augustus 1999, de volgende pas in 2142.Op 12 augustus 2026 zal er nog wel een eclips te zien zijn in Europa, maar dan alleen in West-IJsland en Noord-Spanje.