KERNENERGIE IN BELGIË
Canvas-TV zond dinsdag 1 mei 2018 een Watt-aflevering uit over het kernenergieprobleem in dit land.
Men ging daarvoor eerst eens kijken in de buurt van Okuma-Fukushima, Japan, de locatie van de meest recente grote kernramp, na een 9.0-zeebeving en de tsunami op 11 maart 2011. Daar moesten 6 jaar geleden 160.000 mensen een gebied van 20 km rond de kerncentrale voorgoed ontvluchten en kwamen er ca. 18.500 om (een onbekend aantal werd in zee gesleurd).
De ontmanteling van de centrale zal 40 jaren duren. Het radioactiefbesmette water (in het totaal 90 miljoen ton ?) is opgeslagen in grote, lekkende tanks, rondom moet 100.000 ton besmette bodem weg. Langs de wegen in de buurt zie je 200.000 zakken opgestapeld, terwijl vlakbij scholen terug in gebruik werden genomen. Op 25 km van de centrale wordt nog 100 x de normale achtergrondstraling gemeten, het gaat daar nooit meer veilig zijn. De gevluchte bevolking blijkt maar weinig, minimale bijstand van de overheid te krijgen : soms hebben mensen geen andere keuze dan terug te keren naar hun oud huis in onveilig gebied – met alle risico’s op het opdoen van kanker enz.
Dat allemaal in een land dat op het gebied van rampenafhandeling zeker beter georganiseerd is dan België…
De Belgische kernenergiestory is één grote schandaalstory, met politiekers (van direct na Wereldoorlog 2 tot vandaag) die bij hun energiebeleid alleen om centen bekommerd waren en zijn in plaats van om het welzijn van de bevolking.
Ze spietsten die bevolking destijds brutaalweg de kernenergie in de maag omwille van het gewin met het uranium uit de provincie Katanga in Belgisch Kongo.
Zo werden we een land dat de helft van zijn elektriciteit uit kerncentrales haalt : het meest “nucleaire” land na Frankrijk, Slovakije en Oekraïne. Terwijl in de rest van de wereld kernenergie slechts voor 10% van de energie zorgt.
En zo zitten we vandaag ook, ondanks alle overheidsvergoelijking, met verouderde en gevaarlijke “scheurtjes”-centrales. Met afgesproken sluitingswetten uit 2003 wordt geen rekening gehouden en er wordt ook nauwelijks aan minder gevaarlijke alternatieven gedacht.
Het beruchte afval (tot 100.000 jaren actief !) werd tijdenlang in zee gedumpt. Wanneer dat niet meer mocht nam men zijn toevlucht tot de even beruchte roestvaten van Dessel. Nu werkt men voor de “korterlevende” afval met beton-“monolieten” en voor de andere weet men het nog altijd niet, er zijn experimenten met Boomse klei. Wie kan ook over 100.000 jaren heen kijken ?
En dan is er de veiligheid van de bevolking.
In geen enkel land ter wereld behalve bij ons liggen er kerncentrales midden dichtbevolkte gebieden.
In het geval van een ramp zouden er alvast rond Antwerpen minstens één miljoen mensen geëvacueerd moeten worden. Pas onlangs is er een nationaal crisiscentrum geopend, dat noodplannen gaat uitwerken. Het doet denken aan het nep-crisiscentrum dat Miet Smet creëerde na de Tsjernobylramp (26 april 1986) en het was pathetisch om die ambtenaren op TV hun onvermogen te zien en te horen camoufleren. Eigenlijk kwamen ze niet verder dan te wijzen op de niet zo erge “scheurtjes” en de “zeer kleine kans” en dan de sinistere Belgische milieuministerin Marghem (MR) te gispen, die een opgelegde milieu-effectrapportering en bevolkingsbevraging gewoon aan haar laarzen lapt : in overleg met de alles minimaliserende BIZA-minister Jambon en zijn N-VA-leider De Wever. “Après nous le déluge” : het dreigt een apocalyps te worden zoals dit land er in duizenden jaren nooit één meemaakte.
Nogal wiedes dat de mensen bij zo’n vooruitzicht en bij zo’n risico de kerncentrales direct dicht willen, maar ook op dit punt spelen de politiekers al jaren hun vuile belangen- en vertragingsspel…
Vraag : zouden De Wever en Jambon naar Watt gekeken hebben ?
P.S. Bij deze mag eens verwezen worden naar de film “Welcome to Fukushima” van nucleair chemicus Alain de Halleux (die ook films maakte over Tsjernobyl, waar de situatie meer dan 30 jaar later allerminst onder controle is en over de bijna-meltdown in de Zweedse Forsmark-kerncentrale, anno 2007). Op 20 km van Fukushima ligt het dorp Minamisoma. Voor de families die daar nog wonen probeert men de omgeving schoon te maken, maar wetenschappers kunnen geen uitsluitsel geven over de veiligheid van deze mensen en over de kans op herhaling. Ook de politiek toont zich weinig besluitvaardig. De bewoners vragen zich af wie ze nog kunnen vertrouwen. Ze hebben hun koffers en blikken benzine klaar staan om zo snel mogelijk te vertrekken als zich een nieuwe catastrofe zou aandienen…