EEN STRAATBOOM EN HET KLIMAAT
Sedert er bij ons serieuzer aan natuur- en milieubeleid wordt gedaan (het Europees Natuurbeschermingsjaar 1970 ) heeft dat beleid zich nogal wat laten “inspireren” door hetgeen terzake in Nederland bedacht en gerealiseerd werd.
Dit is lange tijd een nuttige opstelling gebleken, maar niet altijd en met name niet de laatste tijd.
Vanuit de “maakbaarheid van de natuur”-gedachte, de gedachte dat je het landschap via inrichtingsplannen naar je hand kan zetten : om bijvoorbeeld het heide-ecosysteem en de variatie in het heidelandschap te herstellen, werd er in Nederland de laatste jaren voornamelijk door overheidsagentschappen als Staatsbosbeheer (bij ons door ANB en Natuurpunt) aan bomen- en bossenkap gedaan op een schaal die verhoudingsgewijs de Amazone-ontbossing overtreft.
Over de haalbaarheid, houdbaarheid en betaalbaarheid van die bedoelingen op de lange termijn bestaat er bij de echte specialisten grote twijfel.
En het staat natuurlijk allemaal ook haaks op het klimaatakkoord en op de pogingen om de CO2-uitstoot te compenseren.
In Nederland is er spontaan volksverzet ontstaan, tegen de 100 natuur- en milieuverenigingen, de grote Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (700.000 leden) voorop, hebben al geprotesteerd tegen deze nefaste manier van “natuurontwikkelingsbeleid” voeren.
Het wordt ook tijd dat in Vlaanderen het halen van inspiratie bij de noorderburen wat wordt bijgesteld en dat er in de plaats van bomenkap focus komt op een doordacht klimaatplan, op grote en op kleine schaal, dus eveneens op compenserende aanplant (al gaat het duren voor die nieuwe aanplant zijn CO2-rol kan spelen).
De voorbije vijf jaar verdwenen bij ons opnieuw massaal meer bomen dan er bijkwamen .
Alle luchtvervuiling en klimaatproblemen ten spijt worden er dagelijks (!) nog altijd groene longen gekapt ter grootte van een voetbalveld : gegevens van minister Koen Van den Heuvel aan het Vlaams Parlement.
Normaal zouden kapvergunningen moeten gecompenseerd worden, maar die maatregel blijkt in de praktijk al te vaak dode letter. Net iets meer dan de helft van alle omgehakte bomen wordt uiteindelijk vervangen door nieuwe aanplant.
We zien dit ook in onze eigen omgeving : niet alleen langs de gewestwegen maar evengoed in tal van ‘beboomde’ straten in tal van gemeenten hier te lande verdwenen de laatste jaren massa’s straatbomren, zonder dat ze vervangen werden.
Het gemis werd bvb zichtbaar en voelbaar tijdens de voorbije warmste julidagen sedert 1833.
Wanneer onze gemeentebesturen echt aan lokale Klimaatplannen denken, dan zouden zowel een systematischer heraanplantbeleid als een strikter toezicht op het naleven van de kapcompensatieverplichtingen daar in moeten opgenomen worden.