NIEUWE GENTECHNIEKEN, EEN LASTIGE KWESTIE VOOR DE MILIEUBEWEGING ?
“Proefveld met mais veredeld met behulp van CRISPR.”
Nu Oekraïne en Palestina in brand staan, lijkt het debat over het gebruik van nieuwe gentechnieken in de landbouw een luxeprobleem. Toch is het de moeite om ook hierbij stil te staan. Dit gaat namelijk over de impact van de landbouw op ons leefmilieu en over het eten dat op ons bord belandt.
Landbouwgewassen worden continu verbeterd, bijvoorbeeld om ze weerbaar te maken tegen ziekten. Dit gaat telkens samen met aanpassingen in hun DNA. Die aanpassingen kan men willekeurig laten gebeuren op de akker of met hulpmiddelen zoals UV-licht, of recent ook met de CRISPR-technologie. Die eerste twee manieren om DNA aan te passen zijn toegestaan in de EU, de laatste is een nieuwe gentechniek waarover de Europese Commissie momenteel een regelgeving uitwerkt.
Als expert in dit thema en klimaatactivist hou ik nauwlettend de standpunten over gentechnieken van milieuverenigingen in de gaten. Helaas moet ik vaststellen dat hun standpunten al te vaak hardnekkige misinformatie in stand houden. Laten we eens kijken naar de standpunten van Bond Beter Leefmilieu[1], de koepel van Vlaamse milieuverenigingen.
Misinformatie
Ten eerste wordt er beweerd dat Europese consumenten vandaag genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) kunnen weren. Dat klopt niet. Gewassen die via UV-licht verbeterd werden -en dat zijn er heel wat-, zijn volgens de Europese regelgeving GGO’s. Omdat ze niet als dusdanig moeten gelabeld worden, is het voor de consument onmogelijk te achterhalen of deze GGO’s op hun bord belanden. Niemand die hier van wakker ligt overigens, die gewassen zijn stuk voor stuk gezond en veilig.
Ten tweede wordt er twijfel gezaaid over de veiligheid van nieuwe gentechnieken. Daarvoor wordt verwezen naar een obscure brief van zeventien mensen actief in de anti-GGO beweging. Geen van hen is onderzoeker in het domein gewasverbetering. Het valt op dat de BBL níet verwijst naar wetenschappelijke publicaties van autoriteiten in het veld en ook niet naar de 135 Europese kennisinstellingen (waaronder UGent, KU Leuven en VUB) die opkomen voor het gebruik van gentechnologie in de landbouw.[2] Dit is ‘selectief bronvermelden’, zoals ook klimaatonkenners vaak doen. Door te refereren aan die ene afwijkende stem, wordt er verwarring gezaaid over wetenschappelijke kennis en feiten.
Tot slot plaatsen ze ons voor een valse keuze: ofwel gentechnieken ofwel een hele reeks nuttige maatregelen om de landbouw te verduurzamen. Nochtans heeft geen weldenkend wetenschapper ooit beweerd dat we álles moeten inzetten op gentechnieken. Steevast zeggen wetenschappers dat gentechnieken een hulp zijn, en dat ze samen met andere maatregelen moeten worden ingezet. Daarnaast moeten we ook ons eetgedrag aanpassen: meer seizoensgebonden en plantaardig eten en voedselverspilling tegengaan. Het toelaten van nieuwe gentechnieken in de landbouw kan en mag geen excuus zijn om verder geen noodzakelijke duurzame stappen te zetten.
Historisch verzet
Het verzet van milieubewegingen tegen gerichte veranderingen in het DNA is historisch te verklaren. In de begindagen van GGO’s was er heel wat minder kennis over het DNA van planten, en was zo’n verzet te verantwoorden. Intussen is er veel meer kennis, en kunnen deze bewegingen zich beroepen op voortschrijdend inzicht. Er zijn mogelijkheden legio om álle milieuverenigingen aan boord te houden zonder aan wetenschapsontkenning te doen.
Bij deze een oproep aan de milieubeweging: doe voor gentechnieken wat je ook voor het klimaat doet, luister naar wat wetenschappers erover te zeggen hebben.
Ruben Vanholme, onderzoeker VIB-UGent, lid van o.a. Natuurpunt, ProVeg en GMF, actief in Fietsersbond, en aanhanger van fairtrade en de lokale afvalarme deeleconomie.
[Een ingekorte versie van dit artikel verscheen op 13/12/2023 in De Morgen.]
[1] https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/nieuwe-genetische-technieken-een-vals-alibi-om-de-structurele-aanpak-te-ontwijken